De eerste computer was een rekenmachine die in 1642 was uitgevonden door de France wiskundige Blaise pascal. Hij gebruikte de rekenmachine door 2 getallen in te voeren en aan een hendel te draaien, dan kon het apparaat de getallen optellen of aftrekken. Maar het apparaat kon niet vermenigvuldigen of delen.

De eerste echte computer was de ENIAC (electronic numericial integrator and computer ) Die in 1945 werd gemaakt in Engeland. ENIAC kon zijn eigen programma’s en data opslaan en zo'n 300 berekeningen per seconde uitvoeren. Maar hij was erg zwaar en groot. Hij woog 30.000 kilo. En hij was zo groot dat hij 2 kamers in beslag nam. Ook gebruikte hij evenveel stroom als tien gezinnen. Bovendien werd hij niet geprogrammeerd via een toetsenbord, magneetschijf of band. Een magneetschijf is een cd’tje waar info opstaat. Bij de ENIAC moesten mensen steeds de kabels en de stekkers op de verschillende delen van deze computer plaatsen. Toch was de ENIAC een grote stap vooruit en hij werd gebruikt in de 2de wereldoorlog om geheime Duitse codes te ontcijferen.

 De computer kan bestaan uit:

• beeldscherm
• toetsenbord
• muis
• dvd/cd-rom speler
• webcam
• microfoontje

Accesoires zijn o.a.:

• geluidsboxjes
• scanner
• printer
• koptelefoon

Je hebt ook een laptop. Dat is een draagbare computer.
En je hebt een spel computers, bijv. Xbox, Wii, PlayStation, Ds enz. 
Je kunt er vaak alleen maar spelletjes erop spelen,
Tegenwoordig is je telefoon ook een kleine computer
Net als je iPad en ipod

Waar kun je een computer voor gebruiken:

• om berichten te versturen
• informatie op te zoeken
• filmpje bekijken
• chatten
• internetten
• werkstuk maken
• spelletjes te spelen
• geld over te maken
• boekhouding
• en allerlei dingen voor je werk, b.v. brief, ontwerp, email enz.
• je kunt het niet verzinnen of je kan het met een computer doen.

In je computer zit het moederbord. Het echte hart van de computer, want hier zit de processor, harde schijf en de uitbreidingssleuven. Deze sleuven worden gebruikt om uitbreidingskaarten te installeren. Doormiddel van deze

 printplaat zijn ze met elkaar verbonden. Op het moederbord zit ook een BIOS.  Soms heeft het moederbord ook geluids, video’s en een netwerkkaart erin.

De processor verwerkt alles.

RAMgeheugen onthoud alles in het kort en als je de computer uitzet is alles wat hij heeft opgeslagen weg.

Terwijl de harde schijf juist wel alles onthoud, hierop kun je bestanden, foto's en filmpjes enz. bewaren.